maandag 12 april 2010

Dag 1, maandag 12 april. Groene route vanaf villareal

Na een wat onrustige nacht, vreemd bed en vreemde geluiden... 's Morgens rond half 8 op en douchen. 8 Uur brood halen en dan ontbijten. Het is vreselijk kruimelbrood dat uit elkaar valt als je er naar wijst. Om 9 uur verzamelen voor de excursies. Wij gaan vandaag de groene route vanaf het bezoekerscentrum bij Villareal de San Carlos lopen. Eerst een kwartiertje met de auto, met een tussenstop bij een uitkijkpunt waar we zicht hebben op blauwe rotslijster! Verder zingt de nachtegaal. Bij het bezoekerscentrum steken we de weg over en nemen de 2e ingang naar de wandelroute. De 1e is door de vele regen van de afgelopen tijd ontoegankelijk. Gelukkig is het vandaag prachtig weer. We vorderen niet heel snel want alles is spannend en nieuw, zowel de plantjes als de vogels. We vinden witte affodil, een soort graslelie, die al mooi in bloei begint te komen. Verder bloeien er verschillende wikkes en lathyrussen, kuif- en boshyacinthen. Er zijn hier veel roodkopklauwieren en al gauw horen we ook de 1e bijeneters. Even later zien we een grote schaduw zich door het luchtruim begeven... Een monniksgier, niet veel later gevolgd door zowel vale gier als aasgier. Tijdens de koffie ziet Sicco een spaanse pijpbloemvlinder. Hij is echter zo vliegerig dat we hem niet op de foto krijgen. Wie weet later nog. Als we net weer verder lopen zien we een grote vlinder vliegen, het lijkt haast wel een vleermuis. Het lijkt of hij wordt opgeslokt door een bijeneter, maar we vinden hem even later gelukkig terug. Een grote nachtpauwoog.
In tegenstelling tot de pijpbloemvlinder laat hij zich geduldig fotograferen. Er vliegen ook verschillende 1e generatie landkaartjes en kleine vuurvlinders. Een stel belgen dat hier met kinderen op vakantie is vermaakt zich met stenen keren, wat oa een nest van (waarschijnlijk) rode patrijs en een jong ringslangetje oplevert. In de bosjes zingt tijdens de lunch een baardgrasmus, hij laat zich door enkelen van ons goed bekijken. Na de lunch klimmen we naar het hoogste punt, vanwaar we zicht hebben op een gieren rots. Er zitten er een stuk of wat, meest vale. Op een nest boven op een boom zit een monniksgier geduldig op een jong, wat zich even later ook laat zien. Een zwarte ooievaar stijgt op van ergens onder ons en laat zich prima van alle kanten zien. Er vliegen wel tien argusvlinders hier. Op de weg terug zien we in de beek, na haast onder de voet te zijn gelopen door een stel paarden op een veel te smal paadje, nog een grote gele kwikstaart. Vanuit de auto zie ik op de weg terug een blonde tapuit. Morgen gele route met mij als excursieleider.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten