woensdag 21 april 2010

dag 10. Wederom Arrocampo

De berichten van gisteren van Arrocampo waren goed. Grijze wouw en woudaapje. Dat willen we ook wel. Dus gaan we voor de 2e keer die kant uit. We vertrekken met mooi weer vanaf de camping. Onderweg zien we weer de kleine torenvalken kolonie in de kerktoren van Casatejade. Er zijn er veel en ik zou best even beter willen kijken. Eerst naar het water. Bij het kanaaltje achter het bezoekerscentrum (zie dag 3 voor details) zien we weer een mooie purperkoet. De grote en kleine karekiet zingen weer dat het een aard heeft, net als de cetti's- en graszangers. Maar!! Terwijl we staan te kijken naar een bruine kiekendief in de verte roept iemand WOUWAAPJE!! En waarachtig, een vrouwtje is kort te zien boven het riet, en even later nog een keer. We drinken koffie bij hutje 2 waar we ook zowaar de grijze wouw zien. Wat een verwennerij. Hij vliegt vanaf het stuwmeer naar een plek bij de betonnen toren helemaal aan de andere kant van het reservaat. Het is of de duvel er mee speelt, maar als we verder lopen naar hut 3 begint het te regenen, net als vorige week. Al gauw stortregent het. Bij hut 3 staan wat koeien en een stier, omringd door een grote groep koereigers. We lopen terug naar de auto, rijden even naar hut 4, en terwijl het weer wat zachter gaat regenen kijken we daar even rond. Er lopen nog meer purperkoeten, meer koereigers en wat kleine zilverreigers. Een paartje roodborsttapuiten doet alsof ze een nest in de buurt hebben. Plotseling ziet iemand de Grijze Wouw weer. Hij zit op de draad langs de weg. We moeten er onderdoor gereden zijn... Na hem nog een tijdje bekeken te hebben gaan we verder. We willen naar de geroemde orchideeënhelling. Dat is geen slechte beslissing. Het weer knapt zienderogen op en al gauw lopen we in een heerlijk zonnetje tussen de spiegel-,gele- en slanke sniporchissen. Te veel om te tellen en allemaal even prachtig.
Gele orchis.

Slanke sniporchis

Close up Spiegelorchis

dinsdag 20 april 2010

Dag 9. Wederom trappen, nu mét de ouwe lui.



Ik kan nog niet genoeg van de trappen krijgen en ga dus vandaag wéér mee naar het zuiden, ondanks dat het zo'n eind rijden is. We gaan weer via de snelweg, dat scheelt behoorlijk in tijd. Nu we weten waar we zijn moeten rijden we rechtstreeks naar Torreorgaz. We doen weer de truck met de truck, die ons deze keer midden tussen de trappen afzet. Ze zijn dichterbij dan gisteren en de mannetjes lijken nog niet klaar met baltsen. We waren gister dus gewoon te laat op de dag.












We genieten van zeker 100 trappen, de mannetjes in alle staten van balts, van statig stappen met opgeheven staart tot complete schuimbaden waar voor- noch achterkant aan te herkennen is. Als kers op de taart komen er wat trappen overgevlogen, waarbij goed te zien is dat het de zwaarste vliegende vogels van Europa zijn, zelfs zwaarder dan zwanen. Behalve de trappen zijn er natuurlijk ook weer de 'gewone' dingen als hoppen, gieren, leeuweriken en grauwe gorzen. Hans leert ons de kortteenleeuwerik te herkennen, die zich, als je je er in verdiept volkomen anders gedraagt dan de kuif- en kalander, ondanks dat hij wel wat van de kuifleeuwerik wegheeft. Ze zitten veel op het pad in plaats van op de draad, hebben nauwelijks een kuifje, zijn kleiner en zingen eigenlijk een beetje als een veldleeuwerik. Marianne ontdekt voor het gemak nog maar even 2 kleine trappen in het land achter ons, maar geheel karakteristiek en volgens het boekje zie je alleen af en toe een kopje boven de planten uit komen. We raken niet uitgekeken, maar er staat nog het een en ander op het 'boodschappenlijstje' voor vandaag. Hans wil dolgraag een scharrelaar zien Frits heeft zijn zinnen op een kuifkoekoek gezet. Verder dus. Bij de weg naar Sta Marta, waar de nestkasten hangen vinden we Hans z'n scharrelaars. Een paartje zit bij hun huisje, de ene op de draad, de andere op de stoep voor zijn of haar huisje.
We kijken nog even ergens of we kleine trappen kunnen vinden waar Hans en Marianne ze in 2007 hebben gezien, maar helaas, we zullen het moeten doen met de kopjes van vanmorgen. We rijden weer over het slechte wegje van de schildpad van een paar dagen geleden. Ongeveer op die plek zie ik ineens in het voorbij rijden een kuifkoekoek op een paaltje vlak langs de weg zitten. Helaas zijn de anderen een eindje vooruit en kunnen we ze niet waarschuwen. Ik maak wat foto's. Hij blijft rustig zitten.
 Op de kruising waar Frits en Rika terug zullen keren naar de camping praten we even bij en terwijl ik vertel van onze ontmoeting met de kuifkoekoek zie ik uit mijn ooghoek dat er een in de boom naast de weg zit. Gelukkig, Frits ook zijn wenssoort... Ook dit exemplaar laat zich in alle standen en poses fotograferen, in de ene boom, in de andere, op de weg, vliegend en aan de overkant in een boom bij een eksternest. De ekster is zijn gastoudersoort.
Op de terugweg kijken we nog bij de gierenrots bij de Salto de Gitano. Hier zien we een blauwe rotslijster en 2 baltsende slangenarenden. Om half zeven in stralende zon thuis. En weer choc buiten.

maandag 19 april 2010

Dag 8. Nieuwe poging trappen

De ouwe lui gaan vandaag niet mee op excursie dus stap ik bij Mike en Yvonne in de auto. We rijden via de snelweg naar Trujillo en vandaar via Sta Marta de Magasca naar Cacerès. Op een gegeven moment ontdekt Marianne een griel. Een paar meter verder op blijken 2 steenuiltjes te zitten. Een goeie plek voor koffie. Onno vind bij het stenenkeren een schorpioen en in de begroeiing bij de rivier voert een paartje roodborsttapuiten hun jong. Na een poosje keren we om en rijden naar Torreorgaz. Hier is het eerste wat ik zie een scharrelaar. Helaas missen de anderen hem. We rijden een stuk een onverharde weg in. Als we stoppen en eens goed om ons heen kijken zien we op verschillende plaatsen in de verte grote trappen! We besluiten nog een stukje verder te gaan, maar niet alle auto's kunnen dat. Met z'n vijven passen we in de bak van de truck van Hans en Marianne, Jitske zit op de camerakist, wat betekend dat we met zijn achten in de truck zitten. Zo rijden we buitengewoon comfortabel nog zo'n 2 kilometer verder, terwijl Jan en Onno ook ieder nog met hun auto verder rijden. Nu staan we een stuk dichterbij en kunnen zien dat er alles bij elkaar zo'n 75 trappen zijn. De meeste zijn gewoon rustig aan het fourageren, mannetjes en vrouwtjes door elkaar, maar sommige mannetjes zijn nog een beetje aan het baltsen, maar het echte schuimbad, zoals het in de vogelgids wordt beschreven zien we niet. Misschien zijn we te laat op de dag, of gewoon te laat in het seizoen. Verder zien we dwergarenden, vale- en monniksgieren. Ook besteden we eens goed aandacht aan de leeuweriken en nu kan ik behalve de kuifleeuweriken ook de kalanders er uithalen. Die dikke snavel die op het plaatje heel makkelijk te zien lijkt is toch niet zo opvallend, maar wel het grotere formaat, donkere 'kraagje', de donkere ondervleugel met witte achterrand, en het heel andere liedje. Leuk, zo leer je elke dag weer wat! Terug bij de eerste plek waar de auto van Mike en Yvonne is blijven staan doen we een kleine stoelwisseling. Mike en Yvonne gaan samen met Jitske terug naar het kamp, omdat ze chocdienst hebben en ze dus op tijd terug moeten zijn. Ik stap bij Onno en Annette in de auto. We willen kijken of we ergens tussen Sta Marta en Trujillo nog kleine trappen en/of zandhoenders kunnen vinden. Die vinden we helaas allemaal niet, maar wel 2 kuifkoekoeken bij elkaar en een steenuiltje.














Weer thuis blijkt dat de ouwe lui toch lekker met zich zelf wat op excursie zijn gegaan bij Torrejon El Rubio en zelfs een stukje hebben gelopen. Vader met stok, maar evengoed een goed teken. Morgen gaan ze gewoon weer met ons allemaal mee! Wat een opluchting.

zondag 18 april 2010

dag 7. Rondrit Jarais de la Vera

Het is wederom een regenachtige dag. Ideaal weer voor een autoexcursie. We rijden een kronkelig bergweggetje, waarlangs het moeilijk stoppen is, maar na een poosje vinden we een plekje waar 2 auto's kunnen staan.
















Er groeien leuke narcisjes, salomonszegel, hyacintjes, en steenbreek. Wat opvalt is dat de bomen hier nog kaal zijn en er nauwelijks tekenen van voorjaar zijn. Bij de auto vinden we een heleboel weerhuisjes, die dankzij het natte weer allemaal open staan.


Tijdens de koffie glijdt vader uit over een gladde steen. Had iedereen kunnen gebeuren want hij ziet er helemaal niet glad uit, maar gewoon als een steen. Hij staat gelukkig meteen weer op. Later op de dag word hij echter erg stijf en besluiten ze toch maar even naar het ziekenhuis in Plasencia te gaan. Ze treffen een arts die in Canada gestudeerd heeft en dus prima Engels spreekt. Gelukkig blijkt er niks ernstigs aan de hand te zijn en is het alleen een flinke kneuzing. Hij krijgt pijnstillers mee, dat is alles.

De zon begint door te komen, zou dat het begin van het beloofde betere weer zijn?? In elk geval zijn de weiden langs het kleine wegje van Malpartida naar de camping prachtig paars van de slangenkruid en geel van de gele ganzenbloem. Ook gaan de irisjes open. Ik heb steeds gedacht dat die 's morgens vroeg open gingen en 's middags al weer klaar waren, maar het blijkt dat hun wekkertje op 15:00 uur staat, want rond dat tijdstip zie je ze ineens overal open gaan.



zaterdag 17 april 2010

Dag 6. Zelf een dagje rommelen

We gaan vandaag niet mee op excursie maar doen ons eigen ding. Het is wederom niet al te best weer en we brengen de morgen lezend en rommelend door. In het begin van de middag klaart het wat op en besluiten we een ommetje in de buurt van de camping te maken. Net onder het spoor door is een wegje. Dit lopen we een eindje in. Overal hoor je bijeneters en grauwe gorzen. Er bloeit een mooie rode lathyrus en gele wikke. Als we bij een dicht hek komen keren we om en lopen een stukje het wegje naar het station in. Het begint weer te regenen dus keren we om naar huis.

vrijdag 16 april 2010

dag 5. Zuidelijk deel van de route tussen Trujillo en Caceres.

Vandaag een lange auto excursie naar de trappen. Om 9 uur vertrekken we richting Trujillo, waarvandaan we links af zullen slaan om via een zuidelijke omweg naar Cacerès te rijden en vervolgens terug naar de camping. Alles bij elkaar bijna 250 km. Het klaart zowaar onderweg al vrij gauw op en als we rond 10 uur aankomen bij een mooie parkeerplaats bij de brug over de rio Tozo is dat de ideale plek voor koffie.

We horen en zien - eindelijk mijn eerste - een hop. Je kunt hem zien roepen, een heel grappig gezicht. Hij haalt diep adem en buigt vervolgens zijn kop al roepend voorover. Na de koffie verder zuidwaards. Direct door Trujillo slaan we linksaf en komen bij een klein stuwmeertje. Hier zien we onze eerste steltkluten en koereigers. Ook zijn er heel veel moorse beekschildpadden, maar die zijn erg schuw. Zodra je uit de auto stapt plonzen ze allemaal van hun zonnige steen af en duiken onder. In de berm vinden we overvloedig zaadjes van een reigersbek die zodra je ze aanraakt wegspringen en beginnen zich kurkentrekker-vormig op te rollen. Een leuk spelletje! In La Cumbre (en elk volgend dorpje) raak ik de doorgaande weg kwijt en moeten we door steeds kleiner wordende straatjes kruipen. Toch komen we steeds weer waar we wezen willen. Op een gegeven moment roept Rob 'scharrelaar'! Ik kan jammer genoeg niet tegelijk kaart lezen en naar de vogels kijken dus mis ik die. We blijken te moeten keren en als we weer langs die plek komen zien we er zelfs 2!! Helaas kunnen we niet stoppen om ze beter te bekijken. We lunchen ergens langs een onverharde weg bij een stal met een stel koeien en kalfjes. Hier hoeft vast niemand langs dus zetten we auto niet te ver in de berm...In het hoge gras roepen kwartels, maar trappen zijn in geen velden of wegen te bekennen helaas.

Even later komt de boer aangereden, samen met zijn vrouw. Gelukkig past het allemaal en hoeven we niet met de auto's te rommelen. De koeien herkennen hun baas en komen aangelopen om gevoerd te worden. Na de lunch rijden we verder richting Cacerès, maar vinden nog steeds geen trappen, anders dan op een bord bij Sierra de Fuentes. We besluiten een stuk van de Noordelijke route mee te pakken en nemen een klein stukje de snelweg tot de afslag naar Sta. Marta de Magasca. Als we van de snelweg afrijden is het eerste wat we zien een akker waarboven wel 10 grauwe kiekendieven jagen. Gaaf!! Ik heb in Groningen wel eens heel in de verte 1 grauwe kiek gezien, maar nog nooit 10 bij elkaar en ook nog nooit zo dicht bij. Ze zweven vlak over de auto. Als we ergens een onverhard wegje inrijden zien we 1 vrouwtje grote trap. Door mijn telescoopbeeld schiet iets zwaluwachtigs, maar veel te groot... Een vorkstaart plevier. Ook Jan Westhuis ziet hem. Via een mooi maar in zeer slechte staat verkerend kronkelwegje rijden we terug richting Trujillo en de camping, onderweg natuurlijk steeds oplettend of we trappen zien. Die zien we niet, maar wel verschillende zuidelijke klapeksters en roodkopklauwieren. Jan en Corrie stoppen op een gegeven moment voor een rode patrijs op de weg. Dan pas zien ze een schildpad die bezig is de weg over te steken. Corrie helpt hem een handje.

Na wat foto's verdwijnt hij verbazend snel in de berm. De bui die zich in de verte ontwikkelt drijft met ons mee naar  het noorden en steeds druppelt het dan weer wat harder, dan weer wat zachter. Vlak voor de camping heeft hij ons ingehaald, waarbij hij een geweldige hoeveelheid hagel laat vallen zodat even alles wit en heel glad is. Terug op de camping is het weer droog, en wederom genieten we buiten van onze choc en de verhalen van vandaag.

donderdag 15 april 2010

dag 4. halve dag excursie naar Portilla del Tietar en Las Cansinas

Omdat voor in elk geval vanmorgen erg slecht weer is voorspeld is besloten pas vanmiddag op excursie te gaan. Daarom gaan we vanmorgen eerst maar eens boodschappen doen bij de Carrefour in Plasencia. We weten nu hoe we er komen moeten. In de winkel zie ik verschillende mede KNNV-ers ook hun boodschappen doen. Rond 1 uur vertrekken we met 3 auto's richting Villareal de San Carlos, maar slaan vlak daar voor linksaf op de EX 398. Al gauw stoppen we even en vinden we de verfstuifzwam waar Leo over verteld heeft. Als het begint te druppelen stappen we weer in en rijden verder tot het eerste gierenkijkpunt. Hier is een afdak van waaronder je prima droog kunt kijken. Dat is maar goed ook want het begint maar weer eens te regenen. We zien verschillende vale gieren op hun nest, maar ook 1 aasgier, die enigszins mistroostig in de regen zit te zitten.

Na een kwartiertje kijken gaan we verder naar het volgende kijkpunt, voorbij de stuwdam. Het is een mooie kronkelige weg. Na nog weer even een stevige plensbui afgewacht te hebben in de auto kijken we een poosje bij het uitkijk punt. Ook hier is weer een afdak, maar de zon breekt zowaar door, dus kijken we lekker buiten. Er zijn 2 zwarte ooievaars en de vale gieren zitten allemaal met hun vleugels gespreid om ze te drogen in de zon en de wind.





Al gauw zie je ze een voor een opstijgen om lekker te gaan zweven en wat te eten te gaan zoeken. Op de rots achter de kijkhut zie ik kort een paartje grijze gors. Een vreemd geluid trekt mijn aandacht. Het klinkt een beetje fazantachtig, maar die komen hier niet voor. Het moet een rode patrijs zijn. Na wat speurwerk vinden we hem. Aan de overkant van de rivier op een uitstekende rots staat hij luid te verkondigen dat dit zijn territorium is. Een andere antwoord onzichtbaar. We rijden verder naar een wegje dat naar Las Cansinas de la Rosa leidt. Hier stappen we uit om even rond te lopen, wat eindelijk kan zonder regenkleding, aangezien de zon nu echt lekker doorgebroken is. Er zit een kleine plevier die ons daar duidelijk niet wil hebben en probeert ons weg te jagen door onze aandacht te trekken. We lopen dus maar gauw verder. Hier staan kurkeiken en op de afgevallen takken groeien onder andere oesterzwammen en voorjaarshoutzwammen. Een algerijnse zandloper houdt zich ook goed verborgen maar Rob vindt hem toch. Terug onderweg naar de camping ontwikkeld zich een geweldige onweersbui, die losbarst als we net 30 seconden weer binnen zijn, net nadat we Rob bij zijn tent hebben afgezet.
Als we dat niet hadden gedaan was hij op die 100 meter lopen totaal tot op het bot doorweekt. De bliksem slaat ergens in de buurt in en de regen overstroomt het toiletgebouw, maar 's avonds zitten we buiten choc te drinken.

woensdag 14 april 2010

Dag 3, Embalse de Almaraz-Arrocampo.

Het weer is inderdaad definitief omgeslagen. Koud en grijs. We vertrekken vanaf de camping richting Plasencia en rijden een stuk richting Oost over de snelweg A5. Bij de afslag naar Saucedilla gaan we er af en rijden door Casatejade, waar in de kerktoren een kolonie kleine torenvalken broedt, tot net voorbij Saucedilla. Daar is een bezoekerscentrum (lees hokje formaat bouwkeet met een onduidelijke kaart erop) dat alleen open is op onregelmatige tijden, en zelfs dan niet altijd... We lopen naar de 1e van 4 kijkhutten. Ook die is dicht. Later blijkt dat de sleutel in het dorpscafé af te halen is... We horen snor, grote karekiet, cetti's zanger, kleine karekiet en graszanger, maar wat we zien is eigenlijk veel leuker. Een purperkoet demonstreet zijn zeer spilzieke manier van fourageren; hij plukt met zijn snavel een stengel van de lisdodde en neemt hem vast met zijn poot, knabbelt het onderste zachte deel er af, ongeveer 5 centimeter van een stengel van een meter, gooit de rest weg en begint aan een volgende. Verschillende purperreigers vliegen over en landen in het riet. Boven het meertje vliegt een witwangstern. Op een electriciteitsdraad in de verte zitten honderden - waarschijnlijk juist gearriveerde - oeverzwaluwen, terwijl om ons heen gier-, roodstuit-, huis- en boerenzwaluwen mugjes en vliegjes vangen boven het water. Al vrij gauw beginnen de 1e druppels te vallen en na een half uurtje regent het echt. Dan de regenkleding maar aan. Al vrij gauw heb ik ook natte voeten van het door het natte gras lopen. Daar zijn alleen echte rubber laarzen tegen bestand. We drinken bij de 2e hut (ook dicht), bovenwinds van een ongelofelijk smerig en stinkend krot van lappen landbouwplastic, oude pallets en hekken en weet ik wat voor ouwe troep nog meer, onze koffie, terwijl het net even wat minder regent. De bewoner van het huisje heeft tenminste 8 katten, 2 honden, varkens en kippen, en een hele mooie druivenrank.

We vinden hier een plantage van tongorchissen. Een paapje en een roodborsttapuit delen een hek. We zien ook een lachstern overvliegen. Een meeuwachtig aandoende stern met geheel zwarte snavel. Dat het een lachstern is en niet wat anders is vrij makkelijk vast te stellen, aangezien alleen lach- en witwangstern hier voorkomen, en dit duidelijk geen witwang was.... We lopen door naar de volgende hut, waar we schuilend aan de luwe zijde omdat ook deze gesloten is ons brood eten. Er zitten verschillende gele kwikken. Jan Bulthuis loopt onverstoorbaar door de nu echt stevige regen rond op een plek waar de grond omgewoeld is en raapt in 10 minuten tijd een aantal werktuigen uit de steentijd op, waaronder schrapers en pijlpunten. Ik had ze er nooit uitgehaald en ze gewoon voor stukjes steen laten liggen. Dat is het leuke van een KNNV kamp, al die verschillende takken van de veldbiologie die bij elkaar komen. We besluiten al vrij gauw terug te gaan, want erg veel leuker wordt het er niet op. We keren terug naar de auto en rijden nog even door naar de 4e hut waar we mogelijk buidelmees zouden kunnen treffen. Die zijn er niet dus keren we nat, maar toch wel voldaan terug naar de camping. Dit doen we niet via de kortste weg, maar via allerlei binnenwegjes. Bij de brug over de Tietar, kijken we nog even uit en horen we nachtegaal en een kleine bonte specht, maar of de duvel er mee speelt, op het moment dat we uitstappen begint het weer te regenen. Toch zijn we pas tegen half 6 weer op de camping. Ik voel me een beetje en nepkampeerder, want zolang het slecht weer is schuif ik lekker bij de ouwe lui in hun huisje aan voor het eten... Bij de choc (wederom proppen in de konvo) vertelt excursieregelaar Bernard dat het weerbericht voor morgenochtend puur slecht is en hij stelt dan ook voor pas in de middag op excursie te gaan. 's Morgens kan een ieder doen waar hij zin in heeft.

dinsdag 13 april 2010

Dag 2, dinsdag 13 april, gele route vanaf villareal

(het schiet niet erg op, maar 'zo veel te doen en zo weinig tijd om het in te doen...')
Het is helemaal niet zulk spaans weer meer vandaag. Bewolkt, koud en winderig. Met een man of 10 rijden we net als gisteren naar Villareal de San Carlos, waarvandaan we vandaag de gele route gaan lopen. Het is ontzettend druk op de parkeerplaats en in de straatjes van dit miniatuurdorpje. We vragen ons af waarom. Het blijkt boomfeestdag te zijn en iedereen komt een boompje planten. Wij wringen ons door de massa en na allemaal even achter zekere deur geweest te zijn vertrekken we eindelijk. Ik heb me als excursieleider aangemeld, dan ben ik in elk geval van die verplichting af. Al gauw horen we nachtegaal en cettis'zanger, en even verder op zitten 2 roodborstjes om het hardst tegen elkaar op te zingen. We vinden qua planten in 1e instantie niet veel anders dan gisteren, maar na ongeveer een kilometer (en een uur, die plantenlui zijn niet vooruit te branden) vinden we de witte astragalus waarover gisteren gerept werd. Een geval met grote witte bloemtrossen als van een acacia, maar dan niet hoger dan een meter en kruidachtig ipv houtig. Qua vogels is het dankzij de wind niet bijster spannend maar op een gegeven moment krijgen we zicht op een gierenrots waarop we een aantal paartjes vale gier op nest treffen. Bij het uitzichtpunt (met bankjes) met zicht op de gieren is het koffietijd. Na de koffie vinden we uitgebloeide fritilaria lusitanica en narcisjes die niet op naam te brengen zijn. Bij de splitsing in het pad nemen de plantenlui de lus terug richting bezoekerscentrum terwijl de vogelaars nog een eindje verder lopen. Dit laatste wordt beloond met op ooghoogte voorbij zwevenden vale gieren en lunch bij een watervalletje. Als we terug zijn bij de splitsing voorspel ik dat de plantenlui nog geen 300 meter verderop zullen zijn. Inderdaad treffen we ze binnen een paar minuten, maar wel bij een bijzondere vondst.

Een tongorchis (Serapias lingua). Even later zien we óók nog een blauwe rotslijster. Rond 15:00 uur zijn we terug bij de auto en om 16:00 uur zijn we terug op de camping. De Ouwelui hebben, met slecht weer in het vooruitzicht, besloten in een huisje te gaan in plaats van in de tent te blijven. Heel verstandig. Terwijl zij zich in het huisje settelen breek ik mijn kleine tentje af en verhuis m'n hebben en houwen naar het grotere tentje waarin zij gewoond hebben de afgelopen 2 nachten. Bij het huisje staat een ooievaarsnest waarin ook tenminste één paartje spaanse mussen broedt. Ze hebben een prachtig bolletje geweven van verse grassprieten en zelfs een paar boterbloemetjes toegevoegd. 's Avonds begint het te regenen, en de choc moet in de convo gedronken worden. Met enig passen en meten past het nét met 49 man...

maandag 12 april 2010

Dag 1, maandag 12 april. Groene route vanaf villareal

Na een wat onrustige nacht, vreemd bed en vreemde geluiden... 's Morgens rond half 8 op en douchen. 8 Uur brood halen en dan ontbijten. Het is vreselijk kruimelbrood dat uit elkaar valt als je er naar wijst. Om 9 uur verzamelen voor de excursies. Wij gaan vandaag de groene route vanaf het bezoekerscentrum bij Villareal de San Carlos lopen. Eerst een kwartiertje met de auto, met een tussenstop bij een uitkijkpunt waar we zicht hebben op blauwe rotslijster! Verder zingt de nachtegaal. Bij het bezoekerscentrum steken we de weg over en nemen de 2e ingang naar de wandelroute. De 1e is door de vele regen van de afgelopen tijd ontoegankelijk. Gelukkig is het vandaag prachtig weer. We vorderen niet heel snel want alles is spannend en nieuw, zowel de plantjes als de vogels. We vinden witte affodil, een soort graslelie, die al mooi in bloei begint te komen. Verder bloeien er verschillende wikkes en lathyrussen, kuif- en boshyacinthen. Er zijn hier veel roodkopklauwieren en al gauw horen we ook de 1e bijeneters. Even later zien we een grote schaduw zich door het luchtruim begeven... Een monniksgier, niet veel later gevolgd door zowel vale gier als aasgier. Tijdens de koffie ziet Sicco een spaanse pijpbloemvlinder. Hij is echter zo vliegerig dat we hem niet op de foto krijgen. Wie weet later nog. Als we net weer verder lopen zien we een grote vlinder vliegen, het lijkt haast wel een vleermuis. Het lijkt of hij wordt opgeslokt door een bijeneter, maar we vinden hem even later gelukkig terug. Een grote nachtpauwoog.
In tegenstelling tot de pijpbloemvlinder laat hij zich geduldig fotograferen. Er vliegen ook verschillende 1e generatie landkaartjes en kleine vuurvlinders. Een stel belgen dat hier met kinderen op vakantie is vermaakt zich met stenen keren, wat oa een nest van (waarschijnlijk) rode patrijs en een jong ringslangetje oplevert. In de bosjes zingt tijdens de lunch een baardgrasmus, hij laat zich door enkelen van ons goed bekijken. Na de lunch klimmen we naar het hoogste punt, vanwaar we zicht hebben op een gieren rots. Er zitten er een stuk of wat, meest vale. Op een nest boven op een boom zit een monniksgier geduldig op een jong, wat zich even later ook laat zien. Een zwarte ooievaar stijgt op van ergens onder ons en laat zich prima van alle kanten zien. Er vliegen wel tien argusvlinders hier. Op de weg terug zien we in de beek, na haast onder de voet te zijn gelopen door een stel paarden op een veel te smal paadje, nog een grote gele kwikstaart. Vanuit de auto zie ik op de weg terug een blonde tapuit. Morgen gele route met mij als excursieleider.

zondag 11 april 2010

In Spanje

Na aankomst rond de middag zijn we doorgereden naar de camping. Tijdens een benzine- en eetstop dienen de 1e leuke waarnemingen zich al aan. Er zingen grauwe gors en graszanger en het blijkt dat de spreeuwen hier zwarte spreeuwen zijn. Aangekomen bij Malpartida de Plasencia is het nog even zoeken naar de juiste plek, maar dat levert wel de eerste blauwe eksters op. Ze bestaan dus echt. Eenmaal op de camping vinden we een plekje met uitzicht op roodkopklauwieren en veel blauwe eksters. Na opzetten van de tent is het tijd voor koken eten en choc. Gelukkig is het heerlijk weer en dus zitten we buiten. Een grote groep, 49 personen, waarvan 14 voor het eerst op een KNNV kamp zijn. Die stellen zich als eerste voor, waarna de rest zich voorstelt. Ik ken zo'n 10 mensen van eerdere kampen. Na de choc is het wel bedtijd.

Onderweg.

Eindelijk is het dan toch 11 april geworden, de dag waarop het KNNV kamp in de Extemadura begint. Ik zit nu - ruim op tijd - op schiphol voor de vlucht van kwart over tien naar Madrid, waar de ouwe lui om tien voor één klaarstaan om me op te halen.Samen rijden we dan de laatste 300 kilometer naar Plasencia waar we twee weken op camping Monfrague zullen bivakkeren. De ouwe lui zouden vanuit Düsseldorf met de autoslaaptrein naar Narbonne zijn gereisd, ware het niet dat de SNCF weer eens besloot te gaan staken... Nu zijn ze dus helemaal komen rijden. Gisteravond belden ze op dat ze in een voorstadje van Madrid waren en dat ze nu eerst naar een Bach concert gingen en aansluitend naar een orgelconcert, beiden in de kathedraal. Die vermaken zich wel! Nu ga ik even kijken of dit verhaal meteen gepubliceerd wordt of dat het in de concepten blijft hangen. Als dat laatste het geval is heeft het niet zoveel zin om updates te maken...