zaterdag 14 juli 2012

Inmiddels 216, nog 3 te gaan...

Afgelopen dinsdag was ik in de Flevopolders. Altijd leuk en productief als je op de bonnefooi gaat, maar dit keer ging ik met een specifiek doel. Langs de Oostvaardersdijk, net buiten Almere worden al sinds mei Woudaapjes gemeld. Ooit als klein kind heb ik er eens een gezien in de Biesbosch (meen ik me te herinneren) en zo'n 10 jaar geleden heb ik er een gehoord bij Tienhoven. Dus heb ik mezelf met fiets en al in de trein gehesen en ben vanaf station Almere Muziekwijk naar de aangegeven plek gefietst. Daar - na wat zoeken naar de juiste weg in woonwijken in aanbouw - aangekomen kwam ik een mij bekende vogelaar tegen. Hij had het Woudaapje pas nog gezien. Nu was het wachten... Na een klein half uurtje kwam hij aangevlogen en plofte in het riet neer. 5 minuten later kwam hij daar weer uit en vertrok weer in de richting van wat plasjes verderop. Een inmiddels ook gearriveerde lokale vogelaar vertelt dat het hoogstwaarschijnlijk een broedgeval betreft en dat er inmiddels jongen zijn, aangezien het mannetje als een soort metronoom heen en weer vliegt tussen 1 vaste plek in het riet en de fourageerplaats bij de plasjes verderop. En inderdaad, ca 20 minuten na vertrek keert hij weer terug, ploft op dezelfde plek in het riet en vertrekt na ongeveer 5 minuten weer. Dit gebeuren aanschouw ik zo een anderhalf uur, en ondertussen komen natuurlijk ook andere vogels voorbij. Een man bruine - en blauwe kiekendief komen jagend over de rietkraag zeilen, 3 koekoeken vliegen luid koekoekend en giechelend achter elkaar aan, een lepelaar komt voorbij en een min of meer constante stroom aalscholvers en grauwe ganzen trekt over mijn hoofd, of wel richting IJsselmeer, of de andere kant op richting polders. Als het begint te regenen besluit ik nog even naar de hut de Oeverloper te gaan. De eerder genoemde lokale vogelaar had daar eerder die dag een roerdomp gezien, een reigersoort die je bepaald niet dagelijks ziet. In de hut tref ik de zelfde vogelaar, en inderdaad zit de roerdomp er nog steeds, zomaar open en bloot. Hij zet ineens al zijn veren op, maakt een paar rare bokkesprongen, en vangt vervolgens, of er niets aan de hand is een visje (oid). Even later vliegt hij op en landt nog wat dichterbij zodat we hem nog beter kunnen bekijken. Hij sluipt tussen de biezen en lisdodden door en je kunt ineens goed zien dat het maar een smal beest is. Hij lijkt een oogje te hebben op een jonge meerkoet, maar laat die toch maar voorbij zwemmen, aangezien de begeleidende oudervogel alles en iedereen in de fel verjaagt. Even later is de roerdomp ineens tussen het riet verdwenen. Verder lopen er hier een 7-tal kleine zilverreigers, witgatjes, kieviten, scholeksters en verder op in een slootje zit nog een grote zilverreiger.