Gelukkig zag ik later ook nog een levende. Mijn eerste (en waarschijnlijk ook laatste) dit jaar. Hij (of zij) zwom in de sloot langs de oever, op zoek naar een plekje om er uit te komen. Even dacht ik dat dat niet zou lukken, maar gelukkig kroop hij algauw de kant op en door het gras weg. Altijd weer leuk om te zien hoe 'handig' slangen omhoog kunnen kruipen.
Na een poosje vruchteloos alle bomen en paaltjes (inclusief de favoriete dode boom) afgespeurd te hebben viel ineens mijn blik op een stipje op een paaltje vrij ver weg.
Daar zat 'ie, de Visarend... (ok, bewijsplaatje door de telescoop, maar toch...) Lekker in de zon met een vis in z'n poot. Na eerst een poos rustig om zich heen te hebben zitten kijken begon hij tenslotte aan zijn maaltijd. Na een half uurtje lekker te hebben zitten eten werd hij verstoord door een boer die zijn schapen ging voeren en verdween achter de bomen uit het zicht. Mooi, nr 176 op de lijst is binnen. Nog 9 om de lijst van vorig jaar te evenaren. Verder leverde de dag niet veel nieuwe bijzondere waarnemingen op. De Steenuil in de Bethunepolder hield zich verscholen en ook bij de Eendekooi was het stilletjes, op een late Purperreiger na.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten