woensdag 21 september 2011

Vogels ringen, hoe en waarom.

Vanmorgen is vroeg opstaan eens niet nodig. Dus gewoon tijd voor douchen en op een vakantieachtige (7:00 ipv 5:30) tijd opstaan. Om half 9 worden we verwacht bij de vuurtoren voor een nog niet bekende aktiviteit. Kan een excursie zijn, kan een rondleiding in het ringstation zijn, of nog wat anders. Het blijkt dat we een verhaal verteld krijgen over het hoe en waarom van ringonderzoek. Voor velen van ons natuurlijk een beetje gesneden koek, maar even goed een zeer interessant verhaal van 2 uur. Een verhaal dat met veel verve en ethousiasme verteld door Karin, een vrouw van mijn leeftijd, misschien zelfs nog wat ouder, die behalve vrijwilliger bij het ringstation ook de lokale weervrouw is. Elke 3 uur om 0, 3, 6, 9, 12 enz. Greenwich meantime leest ze de weergegevens af van het weerstation in de tuin van de vuurtoren. Dag en nacht, 365 dagen per jaar. Ze vertelt over het ontstaan van vogels uit dino's, het ontstaan en nut en noodzaak van vogeltrek en over het vangen en ringen.  Bij het onderdeel over het hoe en waarom van ringen wordt het aanschouwelijk onderwijs. Uit een katoenen zakje met een strandzeefje eronderaan genaaid komt een roodborstje tevoorschijn.


Aanschguwelijk onderwijs
Aanschouwelijk onderwijs.
Uitgebreid wordt ons getoond wat er nou eigenlijk allemaal gemeten en gewogen wordt voordat een vogel een ringetje krijgt.
Na het verhaal tijd gauw terug naar de camping want 's middags gaan we met de  fiets op excursie naar Lillahamn. Al voor we de fiets hebben neergezet worden we verrast door een juveniele steppekiekendief die jaagt langs de waterkant. Al jagend komt hij vlak over ons heen. Alle kenmerken zijn mooi te zien. De kaneelbruine buik, de 'boa' (lichte halsring) en de lichte stuit. Verder op, aan het eind van de weg parkeren we die fiets en maken een lange wandeling. Op een betonnen schuurtje zit een slechtvalk, die even later vertrekt, alle aanwezige ganzen en eenden in paniek uiteen jagend. Langs de waterkant fourageren piepers en kwikstaartjes. Heel in de verte op een baken zit een zeearend. Eigenlijk alleen het feit dat je hem uberhaupt kan zien, gezien de afstand maakt er een zeearend van, want verder kan je er niet veel aan herkennen. Een tweede gebiedje kunnen we niet vinden, maar we houden ons dan maar bezig met een weiland vol kwikstaarten, kneuen en mogelijk fraters.Op weg terug nog even een paar boodschapjes en thuis eten, choc en op tijd naar bed want morgen weer vroeg op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten